Een flesje water op tafel? Laten we dat doen, dat is verstandig. Maar wordt het plat of bruisend? Het kiezen van het juiste water aan tafel krijgt steeds meer aandacht. Sommige restaurants presenteren al een aparte ‘waterkaart’, sommeliers krijgen cursus om een goed wateradvies te kunnen geven.
Het ene mineraalwater is het andere niet. Sommige mineraalwaters bevatten veel sulfaten, anderen juist meer nitraat. En dat proef je: Nitraat geeft het water een zilte smaak, sulfaten zorgen voor een subtiel bittertje. En dan de belangrijke vraag: Wil je plat of bruisend water? Water met bubbeltjes smaakt weer anders dan stil mineraalwater.
1. Goede Match
Drink je mineraalwater naast de wijn? Let dan op de combinatie tussen water en wijn. Champagne en bruisend mineraalwater is een goede match, maar ook lichte witte wijnen kunnen daar goed naast gedronken worden. Wat zwaarder wit, rosé en rood passen goed bij lichtbruisend water. Bij whiskey hoort natuurlijk mineraalwater zonder prik, er mag zelfs een klein scheutje in het glas om de geur en smaak van de sterke whiskey wat meer tot uitdrukking te laten komen. Bij sterke koffie kan een glas mineraalwater de mooie mokkasmaak van de verse bonen benadrukken.
2. Alternatieven
Speciaal voor mensen die water drinken als alternatief voor wijn hebben wij uitgezocht welk mineraalwater goed past bij welk gerecht. Zij adviseren om als aperitief en bij een fris voorgerecht bruisend mineraalwater te drinken, bij vis of vlees een lichtbruisend water en bij het nagerecht water zonder prik. Uitzondering is een zoet toetje, daarbij kan juist mineraalwater met belletjes lekker verfrissend smaken. Let bovendien op de juiste serveertemperatuur: Bruisend mineraalwater wordt het liefst iets kouder geschonken, zo’n 8 tot 10 graden Celsius. Natuurlijk worden waterglazen iets voller geschonken dan wijnglazen, tot ongeveer 1/3 onder de rand van het glas!